Vanuit de sport draait alles om zorgeloos waterplezier, je prettig voelen tijdens trainingen, goede communicatie en iets willen leren en niet alleen winnen. Daarvoor moet je als trainer zorgzaam zijn, een sociaal veilige omgeving creëren, sporters motiveren en kinderen de kans bieden zich te ontwikkelen. Een goede trainer gaat uit van 4 principes:
- Structureren
- Stimuleren
- Individueel aandacht geven
- De regie overdragen
Dit wordt in thema 2 verder uitgewerkt.
Sociale veiligheid is iets dat op club niveau goed moet zijn geregeld, maar jij moet weten wat er is geregeld en het goede voorbeeld geven.
Motiveren doe je door positief coachen, complimenten geven en kinderen zelf leerervaringen op te laten doen. Het geeft voor het kind plezier en voldoening, maar zorgt ook dat iets beter blijft hangen.
Een kind ontwikkelt zich ook in sporten op veel vlakken:
- Motorisch
- Sociaal-emotioneel
- Cognitief
Dat ontwikkelen op alle vlakken gaat het meest effectief als je een kind de ruimte en vertrouwen geeft en als je een kind niet overbelast of overvraagt.
De ontwikkeling gaat nog beter als je bovendien de regie over wat er wordt gedaan overdraagt aan het kind. In welke mate is afhankelijk van de leeftijd en het karakter van het kind. Maar de essentie is dat je het kind keuzen aanbiedt en zorgt dat die keuze wordt uitgevoerd.