Je moet twee casussen afhandelen. Daarvoor gebruik je het ter beschikking gestelde werkformulier voor de theorieopdracht.
Er zijn enkele voorbeelden van ongevallen beschikbaar waarvan je er twee moet toepassen op een specifiek zwembad dat jij kent. Je mag het incident aan passen. Je maakt dus jouw eigen beschrijving van 2 casussen.
Daarna werk je de casussen uit op een standaard formulier voor de theorieopdracht.
Je moet aantonen dat je de theorie beheerst en voor de casussen de volgende punten kan beschrijven:
- Algemene informatie ter voorkoming van waterongevallen voor zover van toepassing in jouw zweminrichting;
- Het gebruik van voor een zwembad bruikbare, voorhanden en voorkomende reddings- en hulpmiddelen;
- Het waarnemen van een waterincident en de interpretatie
- Alarmeren naar aanleiding van hoe jij de situatie inschat ( kies een interpretatie en handel daarnaar)
- de redding zelf: wat ga je doen?
- De precieze handelingen die moeten worden verricht bij het redden van een drenkeling uit een zwembad ( te water gaan, naar slachtoffer zwemmen, benaderen slachtoffer, evt bevrijdingsgrepen, inschatten toestand slachtoffer, slachtoffer zonodig draaien op de rug, vervoeren,
- het aan de wal brengen van een drenkeling en veilige plaats creëren
- Eerste hulpverlening en overdracht aan professionele hulpverleners
- Nazorg
Alle keuzen moeten worden beschreven en gemotiveerd.