Als begeleider en beginnend trainer-coach moet je over voldoende kennis van de sport beschikken om:
- De opgedragen taak onder begeleiding uit te kunnen voeren
- Oefeningen kunnen uitleggen en de juiste opdrachten kunnen geven
- Aanwijzingen geven als iets anders moet of niet helemaal spoort met wat de bedoeling is.
- Om materialen veilig klaar te leggen en er voor te zorgen dat ze op de juiste manier worden gebruikt
Aan de hand van trainingsschema’s en voorbeelden, die een trainer jouw heeft aangereikt, geef je aan een baan of groepje zwemmers een training. Je bespreekt vooraf het trainingsschema en vraagt net zo lang door tot je precies snapt wat je moet doen en wat mogelijke problemen kunnen zijn. Daarna voer je de training uit en kijk je samen met de trainer, die jouw begeleidt, hoe het is gegaan.